Turnhout op de Zuidpool

Datum publicatie: september 2020

Roger Ketelers, telegrafist-technieker kernenergie bij twee Zuidpoolexpedities

Roger Ketelers, Mieke Lenaerts, Gil Tack

Een Oostendenaar in Turnhout
Zoals dikwijls gebeurt volgen mannen en vrouwen hun geliefde naar een voor hen onbekende stad. Zo komt de Oostendenaar Roger Ketelers 61 jaar geleden in Turnhout terecht. Na zijn middelbare studies volgt hij in Brussel een tweejarige opleiding als telegrafist/marconist bij een firma die de technologie in schepen installeert en onderhoudt. Nadien start hij een loopbaan als telegrafist in de koopvaardij. Op een overtocht naar Zuid-Amerika komt een jong meisje, Aline Beccu, als verpleegster de crew versterken. Op dat moment zijn er maar drie vrouwen aan boord en Roger vindt dat hij haar een beetje moet beschermen tegen die mannelijke overmacht. Van het één komt het ander en ze worden een koppel. Samen werken ze nog 6 jaar samen op de ‘ville’boten (de Leopoldville en de Baudoinville), die het contact tussen België en Kongo verzekeren. In totaal goed voor 25 reizen, vijf weken over en weer en dan een week vrijaf.

Na een tijdje verlangen ze naar meer stabiliteit. Roger vindt een betrekking in het SCK, de atoomcentrale van Mol en ze vestigen zich in Turnhout, de geboortestad van zijn vrouw.

De roep van de zee
Na een jaar in Mol kriebelt het bij Roger opnieuw om naar zee te gaan. Via zijn chef wordt hij in 1958 gedetacheerd als lid van de tweede Zuidpoolexpeditie. De eerste vertrekt eind 1957 bij het begin van de zomer op Antarctica, want in de winter is er geen doorkomen aan. Gaston de Gerlache, zoon van Adrien de Gerlache, die in 1897 al eens voet heeft gezet op Antartica, heeft de leiding. Hij slaagde er door zijn naambekendheid in om de nodige subsidies te verkrijgen, want aanvankelijk is de Belgische staat niet geïnteresseerd in dit soort wetenschappelijk werk. Pas vanaf de volgende expeditie betaalt de Belgische overheid. In totaal zijn er twee projecten van telkens drie Zuidpoolreizen. 

Roger in zijn pak van gewatteerde anorakstof. (Foto Roger Ketelers)

Met de Polar Hav (Hav betekent zee in het Noors), een Noorse walvisvaarder en relatief kleine boot, vertrekt Roger met 21 bemanningsleden in november naar het zuiden. Tijd voor een grondige voorbereiding zoals goed leren skiën in Noorwegen is er niet. De heen- en terugreis zal telkens een maand duren en het verblijf in de basis op Antarctica een jaar. Ze weten trouwens niet zeker of ze na een jaar zullen afgelost worden omdat te dik ijs een doorvaart kan beletten.

Na een tussenstop van een week in Kaapstad zetten ze koers naar Antarctica en raken in januari vast in het ijs omdat hun boot niet stevig genoeg is om het te breken. Via Brussel wordt een Amerikaans schip ingeschakeld om een geul in het ijs vrij te maken. De Polar Hav heeft maar te volgen. Eindelijk komen ze aan op het zuidelijk continent, laden al het materiaal uit en begeven zich enkele kilometers verder naar de Koning Boudewijnbasis, nu prinses Elisabethbasis genoemd. De basis is volledig ingesneeuwd als ze er aan komen. De ingang is bovenaan en de toegang gebeurt via een cilinder, die verhoogd kan worden met toevoegstukken als de sneeuw te hoog komt. Binnenin daalt men af met een ladder.

De Polar Hav pikt de leden van de vorige expeditie op en de Amerikaanse boot brengt hen opnieuw naar het open water.

De basis
Deze is gebouwd in 1958 door de expeditie vóór hen onder leiding van de Gerlache. Tijdens de bouw verblijven deze expeditieleden in tenten. De basis bestaat uit een constructie van dubbele houten platen met isolatie tussen en wordt verwarmd met mazout. Daardoor is het er aangenaam van temperatuur. Er is ook meer dan het minimum aan comfort. De kok, een militair van de zeemacht, beschikt over een behoorlijke keuken, er is een douche en een klein bad en de mannen slapen per drie in cabines. De expeditie heeft voorraden bij voor twee jaar, omdat na een jaar terugkomen niet zeker is. De voorraden, diep gevroren, worden buiten in het ijs bewaard en het nodige wordt elke dag uitgegraven. Met lange, genummerde stokken wordt aangeduid waar zich wat bevindt omdat alles voortdurend verdwijnt onder een dikke laag van fijne geërodeerde ijskristallen. Echt sneeuwen gebeurt niet zo veel aan de Zuidpool. Het eten binnenhalen is tijdens de poolwinter de enige reden waarom de expeditieleden enkele uren buitenkomen. Het is -27° en al vlug bevriest de huid waardoor er witte vlekken ontstaan, die gelukkig binnen in de warmte weer verdwijnen. Vooral de stormen maken het gevaarlijk omdat alle oriënteringspunten verdwijnen en ze gemakkelijk de weg kunnen verliezen. Gelukkig duurt dit noodweer nooit lang. 

Snowcat met plaats voor twee mannen. (Foto Roger Ketelers)

Tweeëntwintig mannen, negentien Belgen, één Fransman en één Engelsman, die samenleven in een relatief kleine ruimte, dat geeft wel al eens ‘discussie’, zo zegt Roger het! De voertalen zijn Nederlands, Frans en Engels. Toch ontstaat een hechte band tussen hen, want tot 3 jaar geleden kwamen ze nog elk jaar samen.

Als telegrafist heeft Roger regelmatig contact met de buitenwereld in morse. Radiotelefonisch contact met thuis, kan een keer per maand voor elk lid. Het vinden van de juiste frequentie is altijd een heel gedoe en soms valt de verbinding gewoon uit. 

Een behoorlijke keuken in het basiskamp. (Foto Roger Ketelers)

Taken
In de zomer kan er gewerkt worden. Het is dan prachtig weer bij -12° onder een staalblauwe hemel. Dan trekken ze naar de zee, waar heel veel pinguïns aanwezig zijn. De mannen lopen er tussen en nemen er enkele mee voor de Zoo van Antwerpen. Ook heel veel vogels zijn daar te zien en boven de zee ook albatrossen. Naast allerlei metingen voor de kerncentrale van Mol is de opdracht om door de bergen tot aan de pool te gaan om waarnemingen te doen en stalen te verzamelen. Deze expeditie moet kort na aankomst, het einde van de poolzomer, al worden voorbereid en na de winter, het begin van de volgende poolzomer, worden uitgevoerd. Benzine en andere voorraden moeten op verschillende plaatsen in het eerste deel van het traject worden opgeslagen. Doordat de expeditie echter te laat is aangekomen door het vastraken in het ijs, kan maar een deel van deze voorbereiding worden uitgevoerd en raken ze door het opkomend slechte weer bijna niet meer terug naar de basis. De pooltocht na de winter is dan ook slechts gedeeltelijk doorgegaan. 

Een Amerikaans schip maakt de geul naar het basiskamp voor de Polar Hav. (Foto Roger Ketelers)

Met tien mannen, o.a. geologen en Roger voor de communicatie, trekken ze er in vier snowcats (sneeuwtractoren) op uit door de Gunnestadbreen (breen betekent gletsjer) richting pool. De snowcats trekken zware sleeën met voorraden en materiaal en dienen als slaapplaats voor de mannen. Per snowcat kunnen maar twee mannen mee. Zij dragen over dik ondergoed uit wol - Roger draagt het nog altijd in de winter - en dikke pullovers een pak in gewatteerde anorakstof. Als ze in beweging blijven volstaat een overall in canvas (zware stof gemaakt uit hennepvezels) over de dikke onderkleding.

Ze beschikken over kaarten die de Noren enkele jaren eerder hebben opgesteld op basis van fotogrammetrie uit een vliegtuig. Later geven de Noren aan de onderdelen in het reliëf de namen van de Belgische expeditieleden. Zo is er op de Zuidpool een Ketelersbreen, een gletsjer genoemd naar Roger. Ook Dillen, Cools, Swaab, Caussin en Vandecan geven hun naam aan een aardrijkskundige plaats. Op hun tocht zien ze bergen, die deels volledig verdwenen zijn door de opgehoogde ijskristallen. 

De mannen lopen er tussen en nemen er enkele mee voor de Zoo van Antwerpen. (Foto Roger Ketelers)

Terug naar België
Na een jaar en twee maanden komen ze aan in België en varen via de kanalen van Antwerpen naar Brussel. Niemand weet of ze bij het binnenvaren van de haven op dek hun pet moeten ophouden of afzetten. Roger hakt de knoop door: hij gooit zijn pet in het water.
Roger keert terug naar Mol, maar 4 jaar later gaat hij met een Belgisch-Nederlandse expeditie nog eens terug voor een jaar en twee maanden naar de Zuidpool. De bestaande basis is na een periode van leegstand volledig ingezakt door de zwaarte van het geërodeerde ijs en de bouw van een nieuwe basis is nodig.

In de 21ste eeuw is een verblijf van een volledig jaar op de Zuidpool niet meer nodig. De basissen zijn volledig geautomatiseerd en af en toe een controle door een bemanning aangevoerd per vliegtuig tijdens de paar zomermaanden volstaat.

Na zijn tweede Zuidpooltocht is de drang naar avontuur bij Roger blijkbaar voldaan. Hij woont in Turnhout bij vrouw en drie kinderen en gaat tot het einde van zijn carrière elke dag met de auto samen met drie collega’s over en weer werken in de Atoomcentrale van Mol.
En zijn vrouw? Die heeft begrepen wat haar echtgenoot gelukkig maakt. Ze zijn momenteel 61 jaar gelukkig getrouwd!

Datum_art20: 
september, 2020