Op bezoek bij de Duitse nonnen

datum_art19: 
februari, 2019

Datum publicatie: februari 2019

Erfgoed om blij mee te zijn

Rita Dries, Gil Tack, Lis Van Mierlo

In het ledenblad van juni en van december schreef Het Bezemklokje over de ziekenzorg in Turnhout, uitgevoerd door de ziekendiensters of Duitse nonnen. Hun klooster was sinds 1880 gevestigd in de Patersstraat. In 1898 verhuisden ze naar de Otterstraat nummer 35, waar zich nu de winkel Broeckx F(reddy)&S(onja) bevindt. De ouders van Sonja kochten het pand in 1964 om er hun zaak Hendrickx Stoven, tot dan gelegen op de hoek van de Grote Markt en de Herentalsstraat, in te vestigen. Bij de verbouwing hebben zij de authentieke elementen van het vroegere klooster zo veel mogelijk bewaard, achteraf gezien een voorbeeld van erfgoedbehoud. De huidige eigenaars, Sonja Hendrickx en Freddy Broeckx gaven Het Bezemklokje de toelating om dit erfgoed te fotograferen, waarvoor heel veel dank. Daarom kunnen onze leden genieten van een virtuele rondleiding in het vroegere klooster. Omdat het uniek fotomateriaal betreft publiceren we de foto’s uitzonderlijk in kleur.

De benedenverdieping
In de huidige winkelruimte bevonden zich de nu verdwenen spreekkamers. Op de eerste verdieping van dit voorste gedeelte waren ziekenkamers. Naast de huidige winkelruimte geeft een brede gang uit op een poort aan de straat. In de muur van deze gang is de steen met het bouwjaar gemetst. 

Achter de winkelruimte bevindt zich het voorportaal van de vroegere kapel met de inkomdeur. Deze heeft een geschilderde spreuk in het timpaan met daarboven in bas-reliëf een doornkroon met rechtsboven een bloedspat, verwijzend naar het lijdensverhaal van Jezus. 

De vroegere kapel, gebouwd volgens een plan van Pieter Taeymans (omstreeks 1898), is nu als bureel ingericht. Achter de kapel lag de sacristie, nu het woongedeelte van de heer en mevrouw Broeckx. 

Het voorportaal van de kapel, waarvan de zoldering is afgewerkt met een kroonlijst en versierde consoles, werd behouden als deel van het handelspand. Ook de metalen gevelankers zijn in deze ruimte nog te zien. 

Naast de vroegere kapel bevond zich een open binnenkoer, die nu overdekt is. Links in deze ruimte zijn de bovenramen van de kapel te zien. 

Rechts op de oude binnenkoer is een van de twee nog aanwezige identieke toiletdeuren te zien. 

Een dubbele deur in de vroegere binnenkoer geeft toegang tot de achterliggende vertrekken met de ruimtes om de was van de ziekenkamers te doen. Zuster Barbara (zie artikel in het vorige ledenblad) vertelde dat hier ook de zuster van wacht sliep.

De betegeling van deze ruimtes werd eveneens behouden. 

Op de muren … 

… op de vloer 

De overblijfselen van de kapel op de huidige eerste verdieping

De apsis waar vroeger het altaar stond, is te zien op onderstaande foto. 

Het ronde glasraam toont een afbeelding van een Christusfiguur die het Heilig Hart toont. Het hart waarop een kruis staat is omkranst door een doornkroon. Een afbeelding van het Heilig Hart benadrukt de menselijke kant van Jezus en richt de aandacht op Jezus’ innerlijke geest, zijn liefde en zijn moed. De oorsprong van deze afbeelding ligt in het passieverhaal dat vertelt hoe Jezus, als koning der Joden, gekroond werd met een doornkroon. Het kruis verwijst naar de kruisdood. Het kleurrijke ronde glasraam wordt omgeven door een aantal muurschilderingen.

Links onderaan een afbeelding van een kelk in een stralenkrans, omgeven met druivenranken en drie blauwe druiventrossen. Boven op de kelk een PX-teken. Onder de kelk lezen we een gedeelte van de tekst: ‘Qui venit ad me non esuriet, et qui credit in me non sitiet’. Vrij vertaald: Wie tot mij komt zal geen honger lijden en wie in mij gelooft zal geen dorst lijden. 

Rechts onderaan een afbeelding van een kelk gevuld met broden en omgeven door korenaren. Op de kelk staat een PX teken met alfa en omega. Onder de kelk lezen we een gedeelte van de tekst: ‘Hic est panis qui de caelo descendens ut si quis ex ipso manducaverit non moriatu.’ Vrij vertaald: Ziehier het hemels brood, wie hiervan eet zal eeuwig leven.
Beide afbeeldingen staan symbool voor de eucharistie. De Rooms Katholieke kerk leert dat tijdens de eucharistie brood en wijn veranderen in het lichaam en bloed van Jezus zodat hij lichamelijk aanwezig is. Tijdens de misviering wordt Jezus’ offer, de kruisdood, voortgezet en nemen de gelovigen deel aan de gemeenschappelijke maaltijd waarbij zij symbolisch het lichaam van Christus nuttigen. Het Christusmonogram PX verwijst naar de Griekse letters X (chi) en P (rho). Het zijn de eerste letters van XPICTOC of Christus. De alfa en de omega zijn de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet en symboliseren God, het begin en het einde van alle dingen. Evenals de aureolen en de cirkels verwijzen ze naar zijn oneindig en eeuwig wezen. 

Op beide muurschilderingen is te zien dat een deel van de tekst onder de afbeeldingen gedeeltelijk is verdwenen. Bij de aanpassingswerken in het verleden werd in het bovenste gedeelte van de kapel een vloer aangelegd om deze tot een zolder om te vormen. De planken bedekken het onderste deel van de Latijnse zinnen bij de muurschilderingen. 

Boven het glasraam is er een muurschildering met een driehoek waarin een oog afgebeeld is. Dit ‘Alziend Oog’ staat symbool voor God de Vader, de Almachtige. De driehoek verwijst naar de Drie-eenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest. 

Rechts- en linksboven naast het glasraam een afbeelding van een engel opgenomen in een wolk met gouden sterren, het symbool voor de hemel waar gelovigen na een godsdienstig leven op aarde voortleven. 

De ramen, met spitsbogen, in de linkerzijmuur geven uit in de nu overdekte binnenplaats op het gelijkvloers. Tussen de ramen korte pilasters met kapitelen. 

De zijmuren zijn verder versierd met fresco’s van vaandels met namen van heiligen, zoals die van Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Elisabeth, Sint-Anna en Sint-Antonius. 

De houten spitsvormige dakconstructie is bedekt met blauw geschilderd stucwerk, versierd met gouden sterretjes die het uitspansel symboliseren. 

Het kloostergedeelte op de eerste verdieping

De gang met vijf slaapvertrekken van de zusters. 

Elke cel draagt de naam van een heilige. Naast Sint-Franciscus gaven ook de Heilige Theresia, de Heilige Anna en Sint-Antonius hun naam aan een cel. 

De cellen zijn ongeveer 1,80 breed en krijgen hun licht via de helft van een spitsboogvormig raam. Op de zolderverdieping zijn nog zeven cellen ingericht.

Het waterpunt in de traphal op deze verdieping. Sanitair was tot in de jaren vijftig zeer rudimentair. 

In de tuin achter het huidige woongedeelte, de vroegere sacristie, staat nog steeds het kapelletje van de zusters. 

 

Bibliografie
JANSEN (J.E.), Gids voor de bezoeker aan de stad Turnhout en omstreken (Antwerpse Kempen), Turnhout, 1947.

Met dank aan ons lid Max Seelen om dit werk onder onze aandacht te brengen.