Wielertoerisme in de Kempen

Datum publicatie: september 2023

Wielertoerisme in de Kempen: 100 jaar KAWS/Katena

Mensen en straffe anekdotes

De wielerclub KAWS, later Katena, is een bonte mix van advocaten, ambtenaren, arbeiders, dokters, bedienden, leraren, mensen met een beperking, zaakvoerders … Iedereen hoort erbij! Wie niet goed kan volgen, wordt geduwd, want vriendschap en zorg dragen voor anderen staan bovenaan. Om iedereen aan boord te houden, wordt er ook angstvallig toegezien op de betaalbaarheid van het lidgeld en de verzekeringspremie. Indertijd bedroeg dit lidgeld slechts 5 frank per maand.
Ook nu blijven lidgelden en verzekeringen betaalbaar. De clubkledij kunnen leden ‘verdienen’ door dikwijls mee te fietsen en te helpen bij activiteiten. Het zijn immers enkel de benen die moeten spreken!
Hier komen daarover anekdotes ter illustratie!

Over eten
‘We kwamen na één van de bergritten pas ’s avonds om 21 uur in het hotel aan en er was geen eten meer beschikbaar. Geen nood, dachten we, dan zullen we morgen stevig ontbijten. Helaas ‘s morgens stond er voor iedereen een bordje klaar met één pistolet en een potje confituur. Wij hebben dan maar alle pistolets en confituur opgegeten, ook die van de andere gasten…
‘Jan Schellekens, bijgenaamd Jan Schel, moest altijd eten, anders werkten zijn benen niet. Hij reed nooit een ijskar voorbij zonder een ijsje te kopen. Daarna stopte hij bij een winkel voor twee pinten bier om de ijscrème door te spoelen.’

Over slapen en heel ver rijden
‘Met enkele anderen waren we per fiets op weg naar Doornik om er deel te nemen aan het 600 km brevet in Doornik. Vrijdagmorgen, de dag voor de tocht, vergaten we echter te vragen waar we konden overnachten. Na wat gezoek mochten we bij de nonnetjes slapen in het internaat. Er was een soort Vlaamse kermis en we mochten zelfs gratis met hen mee-eten van de barbecue.’
Een leuk verhaal, maar 600 km voor het brevet rijden en ook nog eens heen en weer naar Doornik… van straffe toeren gesproken.

Over liefde en wat je ervoor over hebt
‘Tijdens een week werken in een grote visfabriek in Assebroek, dichtbij Brugge, leerde een clubgenoot daar een meisje kennen. Omdat het werk niet klaar was, een meevaller, kon hij er nog een tweede keer voor twee dagen naartoe. Hij wisselde adressen uit met het meisje, maar bij gebrek aan telefoon verwaterde het contact. Dus ondernam hij samen met een vriend een poging om haar weer te zien en reed vanuit de Kempen naar Assebroek. Helaas, het meisje was niet thuis en dus trokken ze onverrichter zake terug naar huis. Na de Antwerpse tunnel was de kompaan helemaal verzuurd en raakte enkel nog stapvoets vooruit. In Westmalle was om 22 uur nog een frituur open en na enkele bouletten konden ze de tocht verder zetten. Na een trip van ongeveer 300 km waren ze pas een kot in de nacht thuis. En van het meisje … heeft hij nooit nog iets gehoord’.

Over een verborgen agenda
‘Het was een zondag in september in de jaren 70 tijdens Beentje Buiten, een evenement in Vlaanderen ter promotie van bewegen in open lucht, waarbij een aantal Vlaamse regio’s werden aangedaan. In Turnhout werd in dit kader een soort Dag van de Fiets op poten gezet die veel belangstelling genoot. Een TV-ploeg van de toenmalige BRT zou er een reportage over maken. Een clubgenoot had met opzet een slechte tube opgelegd, omdat hij hoopte bij het herstellen van een platte band gefilmd te worden. Hij kwam inderdaad in beeld, maar wel al fietsend!’

Over flauwe grappen
‘Ik reed plat en mijne maat, die mij wilde helpen, vroeg of ik een binnenband had. Ik antwoordde: ‘Ja, zelfs twee.’ ‘Waar dan?’, vroeg hij vol hoop en ik zei: ‘Op mijne velo.’

Over het zere gat
‘Na lang fietsen en bergen beklimmen was er goed eten, genoeg gerstenat en een comfortabel bed! En dus de volgende morgen vol goede moed: ‘Op naar de volgende rit!', maar wel eerst zorg dragen voor het pijnlijke zitvlak! Alle mogelijke hulpmiddelen waren welkom om de pijn te verzachten, ook stoppen bij een winkel om maandverband te kopen’.
Sommigen vroegen zelfs om hulp op rijm: ‘Wie heeft er Inotyol, voor aan mijnen …?’

Over dikke pech en echte meeval
‘Karel Van der Linden fietste langs het kanaal. Bij een knikje in de weg vloog het gebit uit zijn mond en … werd niet meer teruggevonden.
Willy Stokbroeckx overkwam hetzelfde, maar zijn gebit kon gelukkig in het gras op de oever van de vaart wel gerecupereerd worden.
‘Bij de ‘24 Uren van Antwerpen’ gooide Roger Thijs een bananenschil weg en… ging zelf mee de gracht in!’

Over valpartijen
‘In Koersel Kapelleke sprong plots een Duitse Scheper voor het wiel van een renner, met veel schade tot gevolg. Toen de fietsers verhaal gingen halen bij de eigenaar, was de hond plots niet meer te zien en werd er laconiek verklaard: ‘Wij hebben geen hond!’.
‘Jef raakte zijn voorwiel kwijt tijdens de afdaling… niet genoeg vastgezet!’
‘Op weg naar Willemstad, tussen Essen en Nieuwmoer kwam Gène zwaar ten val. Hij reageerde niet meer en er werd een ambulance gebeld. Plots bekwam Gène en reed in één ruk naar Turnhout. De ambulance was niet meer nodig’.
‘Na een valpartij tijdens een veldtoertocht bleek achteraf dat een fietser beide ellebogen had gebroken. Hij was eerst nog wat doorgereden, maar in het bos lukte het sturen niet meer. Zonder handen aan het stuur keerde hij terug naar de start langs het kortste parcours en over geasfalteerde wegen, plaatste zijn fiets op de fietsdrager, reed met de auto naar huis, douchte en ging dan pas naar het ziekenhuis.’

Over een superprestatie
‘Tijdens een van de meerdaagse bergritten werd de Col de la Bonette (23 km lang, 6,8% gemiddelde stijging, 14% max. stijging) beklommen. Op de flanken van deze berg brak de ene helft van het stuur van Jac Jacobs net naast de stuurpen af. Thierry Van Schoubroeck zou de begeleiders op de top gaan verwittigen dat Jac stukken had. Jac reed ondertussen verder, sturend met zijn ene hand en in de andere het afgebroken stuk stuur. Thierry kon hem niet volgen en kwam pas na hem op de top aan.’
Meestal werd een stuurbreuk opgelost met behulp van een tak, maar die was in het hooggebergte niet voorhanden. 

 Het gebroken stuur van Jac Jacobs op de la Bonette. Foto Jef Opdebeek.

 

Over p(l)akkende herinneringen
‘Het gezin van Fons Bertels verongelukte met de auto aan een spoorwegovergang. In de voormiddag reed Fons nog mee met de club’.


Uit het ledenblad van Het Bezemklokje nr. 59, Wielertoerisme in de Kempen: 100 jaar KAWS/Katena, p. 16-17

datum_art23: 
zaterdag, 30 september, 2023 - 11:45