Stan de politieman
Datum publicatie: juni 2020
Het verhaal van een wijkagent
Rita Dries, Harry Baeken en Stan Matheussen
Op 19 maart 1933, een koele en niet zo zonnige zondag, wordt in de fietsenwinkel vlak bij de watertoren Stanislas (roepnaam Stan) Matheussen geboren. In mei 1940, Stan is dan zeven jaar, sterft zijn moeder. Vader Matheussen blijft achter met zeven kinderen tussen 16 jaar en 11 maanden oud. In 1943 hertrouwt hij met een weduwe met drie kinderen wat betekent dat het gezin voortaan 12 personen telt. Na de Tweede Wereldoorlog wordt het druk in het atelier van vader Matheussen, algauw werken acht gezinsleden fulltime mee in de zaak. Dit heeft alles te maken met het gegeven dat gewone mensen zich geen auto kunnen veroorloven en maar al te blij zijn met de motocycletten die de Duitsers tijdens hun aftocht achterlieten. Bij Matheussen & Co krijgen ze een volledige revisie en zelfs een nieuwe laklaag. Wanneer Stan afgestudeerd is aan het Sint-Victorinstituut wordt hij, hoe kan het anders, fietshersteller in vaders’ zaak. In december 1952 wordt hij soldaat, een militaire dienstplicht duurde toen nog 24 maanden. Zes maanden later sterft vader Matheussen. Zoon Jan en zijn vrouw en later dochter Clarisse zetten de zaak verder. Stan kiest ervoor om tot 1961 in dienst te blijven bij het Belgisch leger. In 1956 leert hij Josephine kennen, ze trouwen en kopen later het huis op de Gierlesteenweg waarin zij nog steeds wonen.
Al heel jong heeft Stan ‘iets’ met uniformen en die werden in zijn kindertijd meer zichtbaar gedragen dan vandaag. Wanneer de Rijkswacht te paard vanuit de Warandestraat voorbij de fietsenwinkel rijdt staat kleuter Stan aan de etalage te zwaaien. Of wanneer de postbode in de buurt van de Hollandse schuif zijn ronde doet, staart Stan verwonderd naar de blinkende knopen op hun jas. Ook het uniform van de verkeersagent in de ton op de Zeshoek spreekt tot zijn verbeelding. Al heel vroeg droomt hij ervan ooit zelf een uniform te dragen. Geen wonder dus dat hij zijn job in het fietsenatelier ruilt voor een taak bij het leger. In 1961 is het dan zover. De stad Turnhout breidt zijn politiekorps uit met drie dienders. Stan voldoet aan de aanwervingsvoorwaarden, slaagt in een vergelijkend examen, wordt voor één jaar agent op proef en dan is het eindelijk zover: Stan wordt politieagentnr. 17 en krijgt zowaar zijn lang begeerde uniform, op maat gemaakt in een Antwerps naaiatelier.
Stan in uniform. (Foto Stan Matheussen)
De eerste jaren wordt Stan ingezet als straatagent wat inhoudt dat hij, al dan niet op een verhoogje geplaatst, met een witte knuppel in de hand en heftig armenzwaaiend, het verkeer moet regelen. Turnhout telde toen al meerdere gevaarlijke kruispunten die allen door een arm der wet bediend werden: hoek Grote Markt-Herentalsstraat, kruispunt Baron du Fourstraat-Patersstraat-Grote Markt-Victor Van Halstraat, kruispunt Broederstraat- Warandestraat-Sint Antoniusstraat, omgeving Philipsfabriek aan de Gierlesteenweg met afslag naar het zandpad aan het Raadsherenpark enz. Zowel automobilisten als fietsers werden bij het niet naleven van de richtlijnen regelmatig op de bon gezet meermaals met scheldpartijen tot gevolg.
In 1977 wordt Stan Matheussen officieel aangesteld als wijkagent met als collega’s Willy Nuyens, Staf Oris en Jef Van Even. Turnhout telt dan vier wijken en elke wijk heeft een vaste wijkagent. In het politiebureau op de Grote Markt wordt alles gecentraliseerd. Stan is verantwoordelijk voor het gedeelte Turnhout tussen de as kerkhof Kwakkelstraat en de fabrieken van de Miko tot aan de as Korte Gasthuisstraat en de autokeuring aan de Steenweg op Diest. Op de fiets, door weer en wind en in uniform leert Stan elke straat, elk huis en elke inwoner van zijn wijk kennen. In de beginfase wordt hij regelmatig ingeschakeld voor andere taken als daar personeelsnood is. Bij plots veranderende situaties als oproer, staking, betoging e.a. wordt dan het dagdagelijkse wijkwerk uitgesteld. De gewone werkdagen zijn nochtans goed gevuld. ‘s Morgens wordt de ordedienst aan de scholen waargenomen. Zo is de wijkagent een goed bereikbaar en laagdrempelig aanspreekpunt dat het reilen en zeilen in zijn wijk van op de voet volgt en waar nodig preventief kan optreden. Als alle kinderen veilig op school zitten begint het echte wijkwerk: huisbezoeken afleggen, klachten behandelen, brieven bezorgen, handtekeningen ophalen enz. Daar hoort natuurlijk een kop koffie en soms zelfs een warme beker verse soep bij. De politie uw vriend! In eer en geweten heeft Stan tot aan zijn pensioen in 1993 deze taken vervuld. Mogelijkheden tot bevordering laat hij aan zich voorbijgaan, het wijkwerk is zijn passie. En ook al bestond er in 1977 nog geen eenduidige taakomschrijving voor een Turnhoutse wijkagent de taakinvulling die Stan aan zijn job geeft verschilt niet van deze die vandaag door de stad gepromoot wordt.
Op de website lezen we: ‘Onze gemeente beschikt over zes gemotiveerde wijkagenten. Zij zijn het luisterend oor voor al je klachten en ze zullen zich steeds inspannen om voor iedereen een acceptabele oplossing te zoeken. De wijkagent houdt zich bezig met de veiligheid en het algemeen welbehagen binnen je wijk.’
Uit tal van voorbeelden blijkt dat onze samenleving misschien wel gewijzigd is en de taak van een wijkagent daardoor veel complexer lijkt maar in essentie blijft ze dezelfde: ervoor zorgen dat het in jouw wijk goed gaat. Stan schreef hierover een boek dat hij in eigen beheer uitgeeft. Hij beschrijft hierin zijn verhaal rijkelijk geïllustreerd met anekdotes en fratsen.
Stan op de fiets in de wijk. (Foto Stan Matheussen)
Een voorproefje:
Aan de Zeshoek bevond zich vroeger de Kredietbank. Langs de zijde van de Sint-Antoniusstraat was in de muur een doorgeefkluis. Aan de straatkant kon kortstondig, door het indrukken van een codenummer, een klepdeurtje geopend worden. Verschillende handelaars maakten hiervan gebruik om na het sluitingsuur van de bank hun overtollige cashgeld te deponeren. Zo tussen 19:00 en 20:45 uur stonden wij op de stoep van de Leonidaspralinewinkel. Op een bepaald ogenblik kwam er uit de Gasthuisstraat een knappe dame gewandeld met op haar arm een wit keeshondje met een krullende witte staart. Deze dame haastte zich in de richting van de kluis. Korte tijd nadien hoorde ik een hond hevig janken en zag het witte keeshondje aan zijn staart bengelend hangen aan het klepdeurtje van de bankkluis die gesloten was. Het hondje blafte en jankte tegelijkertijd. Bij nader toezien stelden wij vast dat zijn witte pluimstaart tussen het gesloten klepdeurtje was komen geklemd te zitten De geschrokken dame was dusdanig in paniek en aangeslagen dat ze niet in staat was om onmiddellijk het codenummer te vormen om het klepje te ontgrendelen. We vroegen haar het jankende hondje op te lichten en vroegen haar of we het codenummer mochten vormen. Het codenummer bestond standaard uit vier cijfers zoals wij wisten. De dame in kwestie was zo begaan met de toestand waarin haar hondje verkeerde dat het wel even duurde alvorens het codenummer kon worden gevormd. Het was voor ons en nog meer voor de dame en het hondje een hele opluchting dat het klepdeurtje terug openging en de staart van het arme beestje was losgekomen. Het was nogal een zicht om een jankend hondje aan de zijgevel van de Kredietbank te zien spartelen. Gelukkig was aan de pluimstaart van het hondje niets te merken en de dame dankte ons spontaan voor de geboden behulpzaamheid. We hebben de dame aangeraden om met haar hondje toch naar een dierenarts te gaan. Dit kort verslag werd eveneens in het dikke en lijvige verslagboek van de politiewacht opgetekend. Korte tijd nadien zagen wij de dame en haar hondje met kwispelende pluimstaart weer wandelen in de Gasthuisstraat. Voor ons was dit grappig voorval toch waard om te vermelden. We kunnen ons afvragen hoe de dierenbescherming ons optreden in deze zou beoordeeld hebben.
Nu is Stan met verdiend pensioen. Zijn politietaak zit erop maar onze stad en haar inwoners blijven zijn passie. Als actief koorlid zong hij op kerstavond mee de laatste Gregoriaanse mis in de Heilige Kruiskerk en als actief toneelspeler hopen we hem nog regelmatig te zien optreden.
Bibliografie:
MATHEUSSEN (S.), Kroniek van een politieman 1961-1993, syllabus uitgegeven in eigen beheer.