Plassen in vroegere tijden en nu

Datum publicatie: december 2020

Ode aan het pissijntje, de urinoir in opmars!

Lucien Swerts

Binnenshuis
Vroeger waren in elk huis een of meerdere pispotten aanwezig: witte geëmailleerde bij de gewone man, porseleinen exemplaren, soms mooi met motiefjes versierd, bij de betere klasse. Die stonden binnen handbereik in het nachtkastje of gewoon onder het bed. Geen probleem dus om ’s nachts een plasje te doen: geen tijdverlies, geen nachtelijke tocht naar het toilet of het teuske buiten. Als het wat koud was, werd het gordijntje van de alkoof even geopend en de pot vlug binnengehaald. Men moest zelfs het bed niet uit.

Elke morgen werden de nachtpotten geledigd. In de stad gebeurde dit in de straatgoot, op de boerderij in de potstal bij de mest onder de koeien of buiten op de mesthoop. Daarna werden de potten achter het huis omgekeerd opgehangen bovenop een paaltje zodat ze goed konden uitdruppen en ’s avonds weer gebruiksklaar in huis gehaald.

Stilaan maakten deze klassieke pispotten plaats voor een toiletemmer met een dekseltje vanwege de geurhinder.

Buitenshuis
Mannen willen het liefst rechtstaand plassen. Dat konden ze vroeger buitenshuis doen. Voor hen was er wel ergens, doorgaans nogal discreet aan een muur bevestigd, een klein geëmailleerd metalen bakje: het pissijntje. De urine liep na het plassen langs een loden buis in de mestput onder het varkenshok of rechtstreeks in een gemetst bakje in de grond onder het pissijntje. Dat werd dan in het voorjaar leeggemaakt en was ideaal om de groenten te bemesten. Vooral de rabarber was er wel mee en kon dan soms armdikke planten voortbrengen. Elk voorjaar scheurde Gerard, mijn vader, de wortelklont van de rabarber met de spade uit mekaar, voegde er goede compost bij en goot ook de urine uit het mannenpissijntje er bovenop.

In herbergen had men dikwijls achter het huis onder een afdak ofwel op voethoogte, ofwel op heuphoogte een pisgoot, een metalen lange bak of gewoon een opengewerkte regengoot, waar meerdere mannen gezellig tegelijkertijd mooi naast mekaar konden gaan staan. Soms was het wel nodig om er een plaat met een waarschuwing boven te hangen: 

‘Gooi geen sigarettenpeuken in de pisbak, wij pissen ook niet in uw asbak!’  Want een verstopte en daardoor overlopende pisgoot was nu ook niet zo prettig.

In Turnhout was er vroeger een pissijn, een openbaar mannentoilet onder het nu verdwenen oud-gemeentehuis op het marktplein (zie ledenblad nummer 36, in het artikel over Café St-Pieter). Dat was erg handig als men toekwam met tram 41 uit Antwerpen en hoogdringend een plasje moest doen. Dat kon dan vlakbij gebeuren tegen een arduinen pismuurtje, waar continu water naar beneden liep. Aan de ingang van het vertrekje hing, meen ik, een houten klapdeurtje, zodat het voelde als binnenkomen in de saloon. Het was er wel niet altijd heel hygiënisch. Er lagen nogal eens sigarettenpeuken en ander vuilnis in het gootje, dat dan ook dikwijls verstopt geraakte en overliep, zodat men tijdens het plassen wel eens met de schoenen in de urine stond en er bij vertrek natte schoenen en sokken aan overhield. In de zijmuur van het stationsgebouw, op de de Merodelei, komende van de Zeshoek, juist voor de bareel was eveneens een druk bezocht pissijn. Heel praktisch was het openbaar toilet bij de Bruine Paters in de Paterstraat, zeker voor de vroege bezoekers van de vissersmis. Dikwijls waren dit immers nachtelijke fuifnummers, die deze vroegmis bezochten alvorens in hun bed te kruipen. Tenslotte was er ook aan de Watertoren een plasvoorziening voor mannen. 

Pissijn aan het Paterspand. (Foto Ronny Crols)

Soms gingen mannen ook gewoon tegen een boom of muur staan om te plassen, vandaar in de Patersstaat de pisser zijn poort, nu de kleine parking over de Koning Albertstraat (zie ledenblad 26, artikel over de Patersstraat).

Vrouwen hadden het vroeger comfortabeler dan tegenwoordig. Onze grootmoeders droegen namelijk dikwijls een snelzeiker, een onderbroek met open kruis. Voor zij Turnhout stad binnentrokken voor boodschappen of om naar de kerk te gaan, gingen ze nog even op een stille plaats aan de kant staan voor hun kleine boodschap. In Turnhout was dat voor de vrouwen die van het Schorvoort kwamen oneerbiedig aan de muur van het oud kerkhof in de Kwakkelstraat. Snelzeikers werden in het confectiebedrijf Cornelissen-Sas in Turnhout nog gemaakt tot in 1955 en waren te koop op markten zoals onze zaterdagse markt. Hoe handig ze ook mogen zijn, vermoedelijk zijn ze nu helaas niet meer te verkrijgen. Ideetje: Zijn ze aan een relance toe? Waarschijnlijk niet, want bij het plassen werd de onderbroek toch altijd een beetje besprenkeld, wat nu als onhygiënisch wordt beschouwd. Vroeger nam men het echter niet zo nauw met een licht ammoniakgeurtje. Ondergoed werd niet dikwijls ververst. Wassen was immers een vermoeiende karwei en gebeurde maar om de vijf of zes weken.

Snelzeiker uit de collectie van Lis Van Mierlo.

Mijn moeder, die in de Kwakkelstraat woonde, vertelde mij dat er voor de grote boodschap ooit zelfs een wc was tegen de muur van de Grimstedehoeve, de zeer grote, nu verdwenen boerderij in de Kwakkelstraat vlak tegenover de huidige Grimstedestraat. Toch gemakkelijk, alhoewel het een wc was zonder deur. Elders was het zichzelf behelpen en ook Turnhout had zo wel van die verborgen steegjes waar dit gebeurde. Men gaf die dan ook misprijzend bedenkelijke namen als bescheten straatje of strontpadje, … Er passeren was dan ook niet zonder gevaar de schoenen te besmeuren.

Binnenshuis
stellen we met vreugde de opkomst van het urinoir vast, mooi opgehangen aan de muur in het toilet of in de badkamer. Er zijn al tientallen modellen in de aanbieding, waarbij erg sierlijke. Wij houden graag een pleidooi voor zo’n urinoir, of pissijntje binnen, want het heeft een heleboel voordelen:

- Gedaan met naast de pot te pissen
Mannen, die in letterlijke zin nogal eens naast de pot pissen, maken sommige huisvrouwen pisnijdig en wel omwille van die mini-urineplasjes naast de pot of die spatten tegen het deksel. Vandaar dat in veel wc’s de inspirerende spreuk hing: ‘Heren, doe de bril omhoog, de dames zitten ook graag droog.’ Een urinoir maakt een einde aan het gezeur en de pissige opmerkingen over de besmeurde wc-bril. Als dit gezeur zou aanhouden dan zou je je als man wel eens het pispaaltje in de familie kunnen voelen. 

De crèmeglacebak in luxe uitvoering. https://pixabay.com/nl/images/search/wc

 

- Milieuvriendelijker
Er is minder waterverbruik, want zoals in een gewone wc telkens 5 liter water doorspoelen hoeft niet meer. In deze tijd, waar men meer en meer vreest voor waterschaarste is het eigenlijk zonde een toilet omwille van een bescheiden plasje met een halve emmer drinkwater door te spoelen.

- Zuiniger en dus goedkoper
Het waterverbruik zal dalen, alsook de steeds maar stijgende waterrekening.
Een pissijntje vraagt weinig plaats, is handig en proper.
Weg al die spatten, want het is gemakkelijk te reinigen.
Staand plassen gaat ook sneller.

Een kleine schaduwzijde: spijtig, maar gezonder zou het volgens sommige urologen nu ook weer niet zijn: bij het rechtstaand plassen zouden de bekkenbodemspieren te gespannen zijn, waardoor er urine achterblijft in de blaas. Niet absoluut zeker, want echt wetenschappelijk onderzoek zou er nog wel niet over gebeurd zijn. In elk geval: ‘Manneke Pis’ in Brussel heeft er nog geen problemen mee, want die blijft nu al jaren continu rechtstaand verder plassen, tot zijn en eenieders genoegen.

Buitenshuis
Ook daar doet het pissijn zijn herintrede! In de strijd tegen de wildplassers installeerde de overheid in Parijs al enige tijd geleden uritrottoirs. Het zijn erg mooie gekleurde bloembakken, gevuld met stro of zaagsel. Er bestaan verschillende modellen die, naar gelang het model, 80 tot zelfs 450 liter opvangen. Eenmaal vol geeft een sensor aan dat hij geleegd moet worden. Het mengsel wordt dan elders gecomposteerd en kan uiteindelijk worden gebruikt in bloemperkjes. Het waterverbruik is nihil.

En ja, als het regent in Parijs, druppelt het bij ons, in dit geval in Mechelen. Daar plaatste de overheid als eerste stad in ons land de GreenPee, een ecologisch toilet. Het ziet er ook uit als een kleurrijke plantenbak. Deze is gevuld met hennepvezels. Die absorberen de geur en verwerken de urine tot compost.

Naast de reeds hoger vernoemde voordelen van het urinoir binnenshuis komt hier nog bij:
- de urine gaat niet verloren, blijft ter plaatse, loopt niet weg langs riolering en een stad krijgt bovendien goede meststof. Mannen verdienen misschien zelfs een beloning!
- boetes voor wildplassen zijn niet meer nodig.

Waar wacht het stadsbestuur van Turnhout nog op? Lichte druk van het ‘Bezemklokje’ is welgekomen. 

Wc-deur met het gekende hartje. https://pixabay.com/nl/images/search/wc


Datum_art20: 
december, 2020